12 apr 2017
De Tesla revolutie en meer...
Een avond over een snel veranderend energielandschap
Verslag
Wie denkt dat de wereld al volop aan een energie-revolutie is begonnen, heeft het mis. In feite staan we nog maar aan het begin. Daarvan is ondernemer en belegger Willem Middelkoop, die opgroeide in het Drentse Veeningen, overtuigd. Hij publiceerde er onlangs het boek De Tesla Revolutie over, dat hij samen met Rembrandt Koppelaar schreef.
Volgens Middelkoop zal de mix van energiebronnen sterk veranderen in de komende decennia. In 2050 zal wereldwijd ruwweg 60 procent van het energieverbruik uit zonne-, wind- en kernenergie komen, en 40 procent uit fossiele brandstoffen als olie, kolen en gas. Op dit moment stijgt de oliewinning uit niet-conventionele bronnen (teerzanden, fracking en diepzee) nog sterk, maar tegen een olieprijs van minder dan 60 dollar per vat is dat al niet meer rendabel. Saudi-Arabië kan olie leveren tegen een kostprijs van 20 dollar per vat, bij oliewinning uit teerzanden is de kostprijs al snel 100 dollar.
De wereldwijde piek in het olieverbruik wordt verwacht over ongeveer 10 jaar, daarna wordt de daling definitief ingezet. In de toekomst zal er nog wel olie nodig zijn voor onder meer het vliegverkeer, en de productie van verf en kunststoffen. Autoverkeer zal in de toekomst volledig overschakelen op elektrische aandrijving. De omschakeling is nu al te zijn aan de CO2-emissie: die is wereldwijd al drie jaar min of meer stabiel, terwijl daarvoor altijd een jaarlijkse stijging werd waargenomen.
Middelkoop verwacht vooral veel effect van de toepassing van zonne-energie en windenergie. Het rendement van zonnecellen zal nog sterk toenemen, van de huidige 16 procent naar 30 procent in de toekomst. Ook andere vormen van energie zijn interessant, zoals aardwarmte, energie uit getijdenstromen en waterkracht, maar die bronnen zullen ook in de toekomst een kleiner aandeel hebben in de energieopwekking.
Een kleine opsteker voor tegenstanders van windmolens in Drenthe: volgens Middelkoop is de opwekking van windenergie in Drenthe veel minder effectief dan aan de kust en op zee; in Drenthe zou zonne-energie meer kunnen betekenen.
Het aandeel van steenkolen zal heel sterk afnemen. De daling van het gebruik van steenkool is nu al ingezet. In 2010 groeide het aandeel kolen nog, maar in 2015 werd er 13 procent minder steenkool gebruikt dan in 2013.
In de ontwikkeling van elektrische voertuigen is het bedrijf Tesla een grote voortrekker. De huidige mix van gedeeltelijk tot volledig elektrische voertuigen (waarvan jaarlijks ongeveer 450.000 worden gemaakt) bestaat maar voor een klein deel uit volledig elektrische voertuigen. Dat zal sterk veranderen door de ontwikkeling van betere accusystemen, die ook nog eens flink in prijs zullen dalen. Naar schatting bestaat de verkoop van auto’s in 2035 voor 35 procent uit elektrische auto’s.
Tesla is een van de bedrijven die de productie van accu’s enorm gaat opschalen. De nieuwste generatie accupakketten gaan zeer lang mee, tot wel een half miljoen kilometer. De ontwikkeling van betere accu’s met steeds meer energie-inhoud per kilogram gaat gestaag door. De huidige beperkte actieradius (nu maximaal zo’n 400 km) zal daardoor sterk oplopen. Nog even een beleggingstip: voor de productie van de accu’s is onder meer veel koper nodig. Door de toenemende vraag naar koper lijken investeringen in kopermijnen daardoor erg lucratief.
Toyota heeft nog steeds een prominente rol in de ontwikkeling van elektrische aangedreven voertuigen en zet nu ook sterk in op de toepassing van waterstofcellen, die waterstof omzetten in elektrische energie en daarmee de elektrische aandrijving van energie voorzien.
En wat doet de Nederlandse politiek met deze ontwikkelingen? Volgens Middelkoop blinkt die niet uit door een duidelijke visie op de toekomst van het energiegebruik. Als voorbeeld wordt Denemarken genoemd, dat door een tijdige inzet op windenergie qua energie vrijwel van de wind kan leven. Nederland volgt ook EU-beleid, waardoor er onder meer een importheffing op zonnecellen is ingevoerd. Middelkoop wijt dit aan lobbywerk van oliemaatschappijen.