Verslag
Precies een week voor de waterschapsverkiezingen op woensdag 20 maart, organiseerde het Kenniscafé Emmen een avond over water. De bezoekers kregen geen stemadvies, maar ze beseften na afloop nog beter hoe belangrijk waterbeheer is, in het bijzonder In Nederland en in tijden van klimaatverandering.
Anco van der Meulen: Rijkswaterstaat dankzij Napoleon
Anco van der Meulen, ingenieur bij Rijkswaterstaat en lid van het Watermanagement Centrum Nederland, is 'verslaafd aan water', zoals hij zelf zegt. Hij belicht allereerst de geschiedenis van het waterbeheer. De waterschappen zijn ouder dan onze parlementaire democratie. Het eerste waterschap dateert uit 1255. Het instituut Rijkswaterstaat blijken wij, zoals zoveel andere zaken, te danken te hebben aan Napoleon.
Van der Meulen toont zich een fan van ir. Lely, de man die de plannen voor de drooglegging en de afsluiting van de Zuiderzee maakte. Toen Lely, die in drie kabinetten minister was, op een van zijn dienstreizen onderweg een paar keer tol moest betalen aan verschillende wegbeheerders, besloot hij dat ‘zijn’ Rijkswaterstaat ook de zorg voor het rijkswegennet maar beter op zich kon nemen.
Waterdata
Vervolgens gaat Van der Meulen in op het huidige watermanagement waarmee het Water Management Centrum Nederland de risico’s probeert te beheersen. Computers verwerken enorme hoeveelheden ‘waterdata’. Bij extreme omstandigheden, zoals de Sinterklaasstorm van 2013 – door de meeste aanwezigen alweer vergeten – wordt het model om de vier uur ‘gedraaid’. Het Eemsmondgebied wordt dan bijvoorbeeld scherp in de gaten gehouden, vanwege de cruciale voorzieningen die daar staan voor de energievoorziening en voor het databeheer (Google).
Daarna neemt Van der Meulen neemt ons mee naar het dijkbeheer. In de kern zijn de risico’s eenvoudig: het water kan er overheen of er onderdoor. Dan komt het aan de andere kant in ‘wellen’ naar boven.
In het laatste deel van het betoog vertelt de spreker over zijn werkbezoek naar de Mississippi-delta. Het blijkt dat Nederlanders op het gebied van waterbeheer ook nog iets van de Amerikanen kunnen leren.
Jord Warmink over eco engineering en meer
Dr. Jord Warmink, onderzoeker en docent bij de opleiding River &
Coastal Engineering (vroeger heette dat waterbouwkunde) bij de TU
Twente, verkent de toekomst van het waterbeheer. Wanneer het klimaat
opwarmt en de zeespiegel steeds maar stijgt, moeten de dijken dan steeds
hoger of zijn er ook andere oplossingen?
Warmink laat eerst zien hoe de wetenschap - vaak vertegenwoordigd door jonge studentonderzoekers, zo blijkt uit zijn verhaal – kan helpen om afgewogen beslissingen te nemen als het om waterbeheer gaat. Het is niet zo dat voor ieder probleem een hogere dijk de oplossing is. Vaak is het beter om rivieren meer ruimte te geven of om de dijken sterker te maken met stenen, met kunststofmatten of met eco engineering. Dan zaai je andere planten op de dijk die dieper wortelen dan het traditionele gras. Of de supervezel Twaron uit Emmen geen oplossing kan bieden, wil een bezoeker weten. ‘Die ken ik niet’, moet de wetenschapper toegeven, en het lijkt hem ook een dure oplossing.
Stuw De Haandrik
Daarna vertelt de onderzoeker enthousiast over het waterbouwkundig huzarenstukje dat met input van de vakgroep uit is verricht bij de Stuw De Haandrik, die ten zuiden van Coevorden ligt, waar het Overijssels Kanaal de Vecht kruist. De fundering van de honderd jaar oude stuw was door de droogte aangetast. De website van TV Oost vat het droogjes samen:
“De honderd jaar oude stuw lag al een aantal weken droog, omdat door de warme zomer de fundering was aangetast. Door de lage waterstand afgelopen zomer spoelde er veel zand onder de stuw weg, waardoor de fundering van de stuw steeds slechter werd. In juli zijn de problemen tijdelijk verholpen met zandzakken, maar de afgelopen elf weken werd er gewerkt aan een structurele oplossing. Om de problemen op te lossen is er een 30 centimeter dikke betonnen vloer voor de stuw gestort. Op de plekken waar het zand is weggespoeld, werd cement gestort.”
Maar Warmink laat er zien dat er veel toegepaste wetenschap achter schuilgaat. En fundamentele keuzes: ga je, zoals in het verleden voor een deterministische benadering, waarbij alles ook figuurlijk in beton gegoten wordt, of voor een probabilistische benadering waar bij je de keuzes af laat hangen van de waarschijnlijkheid waarmee iets gebeurt.
Zoals een wetenschapper betaamt, is Warmink bescheiden en hij vat zijn verhaal dan ook samen met: “Wij weten veel (nog niet)”.