11 mrt 2020
Pleidooi tegen enthousiasme
Vriend en vijand zonder gezag
Verslag
De paters van het enthousiasme
Alle 180 plaatsen in het Kenniscafé waren verkocht, maar meer dan 60 bezoekers hadden het af laten weten. Het Coronavirus wierp zijn angstschaduwen vooruit. Na de pauze waren er nog meer lege stoelen, want Coen Simon (48) maakte het zijn gehoor niet makkelijk met zijn 'Pleidooi tegen enthousiasme'.
Want wie wil er nu niet enthousiast zijn? Maar Simon heeft het niet zo op ‘de paters van het enthousiasme’ zoals hij Erik Scherder, Rutger Bregman of wijlen Wubbo Ockels noemt. Hij legt feilloos het stramien achter hun Ted-talks bloot. Ze zijn didactisch altijd perfect opgebouwd, ze benadrukken de complexiteit van het probleem, om vervolgens altijd met een oplossing te komen die ver voorbij de einder ligt. Bij Scherder is dat het mysterieuze ‘limbische deel van het brein’ en bij Bregman ‘een fundamenteel ander mensbeeld’.
Instanauten in een gedigitaliseeerde wereld
Het is de combinatie van complexiteit en enthousiasme waardoor het misgaat, volgens de filosoof, die de eeuwige jeugd lijkt te hebben. Met enthousiasme zoeken en vinden wij een uitweg uit de controleparadox. Maar het is een uitweg die dood loopt. Enerzijds weten wij alles en hebben wij een compleet overzicht, anderzijds kunnen wij niks doen. Hoop op grote verandering is de voedingsbodem voor het enthousiasme. De wereld lijkt maakbaar, maar de mens is ten diepste machteloos. Wubbels beschreef de problemen van de aarde vanuit zijn astronautenperspectief. Wij daarentegen zijn allen ‘instanauten’ in een gedigitaliseerde wereld. Bij gebrek aan gezaghebbende autoriteiten, laten wij ons meevoeren op de feiteloosheid van het enthousiasme, zo stelt Simon. En dan heeft opeens iedere groep zijn eigen waarheid. Zelfs de filosoof ontmoet in zijn kennissenkring anti-vaccers en flat-earthers, mensen die geloven dat de aarde vlak is.
Het is niet het fakenieuws, maar de versplintering van het gezag, die maakt dat wij in een autoriteitscrisis zitten: er zijn domweg teveel autoriteiten, allemaal met hun eigen volgers, veilig in hun eigen bubbel. Voor iedere waarheid is er wel een bubbel. Die autoriteitscrisis is overigens niet per definitie iets negatiefs, filosofisch gezien is het de doorgang naar iets nieuws.
Gezag wordt bepaald door aantal volgers
In onze samenleving heeft iedereen een mening. Dat iedereen een mening heeft, en niet alleen enkele grote denkers of leiders, is een relatief nieuw fenomeen, ontstaan in de Verlichting en gepromoot door filosofen, zoals Immanuel Kant, een van de grote voorbeelden van Simon.
Het gezag van de boodschapper is cruciaal voor zijn geloofwaardigheid. En dat gezag wordt onder meer bepaald door het aantal volgers. Het enthousiasme veronderstelt een zender, die zelf zijn boodschap bepaalt, los van welke gezaghebbende autoriteit dan ook, en vaak niet weet wie hij overtuigt. Simon noemt dat de ‘informalisering’ van het gezag. Daartegenover vraagt de ontvanger zich af of dit allemaal wel klopt. Paradoxaal genoeg zijn de bronnen vaak slecht te checken. Daarom grijpen wij ons vast aan het enthousiasme om onszelf ervan te overtuigen dat het goed is wat wij doen. Bij gebrek aan een gedeelde autoriteit zoeken wij houvast bij een idee waar wij voor door het vuur willen gaan. Of waarvan wij vinden dat anderen daarvoor door het vuur zouden moeten gaan...
Hou op met factchecken
Okay, niet zo snel enthousiast zijn voor andermans ideeën dus, maar wat kunnen wij wél doen? Wat wij in ieder geval níet moeten doen, is factchecken, zo onderstreept Simon. In dit verband citeert hij Hannah Arendt. ‘Hoe groot het valse weefsel van de leugenachtigheid ook is, het is nooit groot genoeg om de onmetelijkheid van de feitelijke orde te bedekken’, zo schreef Arendt in een boek over de leugen in de politiek. Factchecken gaat al te gauw over onbeduidende feiten en niet over de achterliggende waarheid. Of het leidt tot een wapenwedloop van harde feiten. De filosoof herhaalt het nog maar eens: ‘In een samenleving zonder autoriteiten, is er geen vanzelfsprekende waarheid meer’.
En wat is overigens een vaststaand feit? Wat wij een feit noemen, is eigenlijk een sociaal construct. Hij trekt zijn colbertje uit. Op zijn T-shirt staat een konijn, of nee, toch een eend. Daaronder de tekst ‘Rabbit’. Magritte is niet ver weg: ‘Ceci n’est pas une pipe’. Nog een les: laten wij het ding en het woord voor het ding niet te snel met elkaar vereenzelvigen.
Wetenschap als autoriteitsargument
Wat wij nog meer niet moeten doen, is wijzen naar de wetenschap. Wetenschap wordt vaak ten onrechte gebruikt als autoriteitsargument. Maar wetenschap is niet zo eenduidig: dé wetenschap bestaat niet. En veel wetenschap die zich als zodanig presenteert, voldoet niet aan het falsificatiecriterium van wetenschapsfilosoof Karl Popper: ‘Wat deze theorie claimt, is niet waar als je kunt aantonen dat…’. Het is duidelijk: Simon heeft het niet op ‘noodklokluiders' als Rutger Bregman en Greta Thunberg, die volgens hem de wetenschap geen dienst bewijzen. Vaak krijgen wij feitenvrije machteloosheid voorgeschoteld, verpakt als enthousiasme. Bregmans ‘alle beetjes helpen’, wordt door Simon weggezet als ‘de meest hulpeloze mantra van onze tijd’.
In het hoofd van de verslaggever knaagt een konijn op de vraag of dit geen koren op de molen is van populisten en klimaatsceptici.
Jeany Veras' My way
Simons betoog wordt opgeluisterd met liedjes van Jeany Veras, de Emmense met Philippijnse roots, die in 2019 de Lies van Urk emancipatieprijs van de Gemeente Emmen won. Zij zingt onder meer 'My Way,' wat je zou kunnen opvatten als een hint naar de originele, eigen weg van filosoof Simon. In de pauze hebben de bezoekers, onder wie veel filosofieliefhebbers, de mogelijkheid een gesigneerd exemplaar van Simons pamflet 'Pleidooi tegen enthousiasme' aan te schaffen. Een van de bezoekers laat zijn exemplaar aan de verslaggever zien. Hij heeft Simon gevraagd welke filosofen hem hebben beïnvloed. De rij wordt geopend door Kant en gesloten door Plato.
De eerste vraag na de pauze gaat ook over Immanuel Kant, ‘der kleine Mann aus Königsberg’. Zou de grote Verlichtingsfilosoof zich niet in zijn graf omdraaien als hij zou zien hoe de nieuwe tijd de mensen weer onmondig maakt, terwijl hij die met de Verlichting juist een eigen mening had gegeven? Simon neemt de tijd voor het antwoord: ‘U zou het misschien niet denken, maar ik beantwoord nu uw vraag’.
Mona Lisa's glimlach
Een andere vragensteller komt op voor de sociale wetenschappen, waarvan hij het gevoel heeft dat Simon die en passant bij het grofvuil heeft gezet. Niets is minder waar, bezweert de filosoof, maar dat wetenschappers van de Universiteit van Freiburg na serieus onderzoek tot de conclusie kwamen dat de mysterieuze glimlach van de Mona Lisa wel degelijk een echte glimlach was, ontlokt hem toch op zijn minst een glimlach.
Voor een deel van de bezoekers had zijn betoog wat enthousiaster en begrijpelijker gebracht mogen worden. Maar de filosoof heeft gedaan wat een filosoof moet doen: vraagtekens in hoofden implanteren. De bezoekers die met zijn boek huiswaarts zijn gekeerd, ontdekken dat de jonge en soms wat verward ogende professor een mens is van vlees en bloed, die kristalhelder kan schrijven.